Inleiding

Andere benamingen zijn: Huntington's Chorea, Chronic Progressive Chorea, Hereditary Chorea, Chorea van Huntington, chronische progressieve chorea en erfelijke chorea.

De ziekte van Huntington is een autosomaal dominante aandoening die gekenmerkt wordt door chorea en progressieve cognitieve achteruitgang, meestal beginnend rond middelbare leeftijd. De diagnose wordt gesteld door genetische tests. De behandeling is ondersteunend. Eerstegraads familieleden worden aangemoedigd zich ook genetisch te laten testen. De ziekte van Huntington treft beide seksen op dezelfde wijze. De nucleus caudatus atrofieert, de inhibitoire middellange spiny neuronen in het corpus striatum degenereren, en de niveaus van de neurotransmitters γ-aminoboterzuur (GABA) en substantie P nemen af.

De ziekte van Huntington is het gevolg van een genmutatie die abnormale herhaling veroorzaakt van de DNA-volgorde CAG, welke codeert voor het aminozuur glutamine. Het resulterende genproduct, een groot eiwit dat huntingtine heet, heeft een uitgebreid traject van polyglutamine residuen, wat via onbekende mechanismen tot ziekte leidt. Hoe meer CAG-herhalingen, hoe eerder de ziekte begint, en hoe ernstiger de effecten zijn. Het aantal herhalingen kan toenemen met opeenvolgende generaties, en mettertijd leiden tot een ernstiger fenotype binnen een stamboom.

 

Symptomen

De symptomen en signalen ontwikkelen zich verraderlijk, startend op een leeftijd van ongeveer 35 tot 50, maar ze kunnen ook voor de volwassenheid ontwikkelen. Dementie of psychische stoornissen (bijv. depressie, apathie, prikkelbaarheid, anhedonie, antisociaal gedrag, full-blown bipolaire- of schizofreniforme stoornis) ontwikkelen voor, of gelijktijdig met de bewegingsstoornis. Abnormale bewegingen verschijnen; deze omvatten myoklonische schokken/aanvallen of onregelmatige bewegingen van de extremiteiten, een lilting gang (zoals van een pop), faciaal grijnzen, ataxie, en niet in staat zijn een motorische handeling vol te houden (motorische impersistentie) zoals protrusie van de tong.

De aandoening progresseert, en maakt lopen onmogelijk, slikken moeilijk, en dementie ernstig. De meeste patiënten vereisen uiteindelijk instutionalisatie. Dood doet zich meestal voor, 13 tot 15 jaar nadat de symptomen beginnen. De oorzaak is gewoonlijk pneumonie of coronaire hartziekte.

 

Diagnose

De diagnose wordt gebaseerd op typische symptomen en signalen plus een positieve familiegeschiedenis, en wordt bevestigd door genetisch testen. Neurobeeldvorming wordt gedaan om andere stoornissen uit te sluiten.

 

Behandeling

Ondersteunende maatregelen en genetische voorlichting. Omdat de ziekte progressief is, moet er vroeg gesproken worden over end-life care. De behandeling is ondersteunend. Chorea en agitatie kunnen gedeeltelijk worden onderdrukt door antipsychotica (bijv chlorpromazine 25 tot 300 mg po tid, haloperidol 5 tot 45 mg po bid) of reserpine 0.1 mg po eenmaal daags; de dosis wordt verhoogd totdat intolerabele of ongewenste bijeffecten optreden (bijv. lethargie, parkinsonisme; met reserpine-hypotensie). Experimentele therapieën zijn erop gericht de glutamaterge neurotransmissie via de N-methyl-d-aspartaat-receptor te reduceren en de mitochondriale energieproductie te versterken. Behandeling om GABA in het brein aan te vullen is ineffectief geweest.

Mensen die eerstegraads familieleden hebben met de ziekte moeten genetisch worden getest en voorgelicht, omdat mensen waarschijnlijk kinderen krijgen voordat de symptomen verschijnen. Als zulke mensen geïnteresseerd zijn in testen, worden ze verwezen naar centra die ervaring hebben met het omgaan met de complexe ethische en psychologische kwesties die erbij betrokken zijn.


Bron

  1. M. Donaghy. Brain's Diseases of the Nervous System. 12th edition. Oxford University Press (USA).
  2. J. Biller. Practical Neurology. 3rd edition 2008. Lippincott Williams & Wilkins.
  3. C. Clarke, R. Howard, M. Rossor, S.D. Shorvon. Neurology: A Queen Square Handbook. 1st edition 2009. Wiley-Blackwell.
Laatste update: 11-09-2011